BIKES | Jack is een bommenwerper op wielen

Als ik terugkijk op mijn jeugd op wielen valt op dat het er altijd vier waren. Klassieke auto’s, vooroorlogse auto’s, snelle auto’s, langzame auto’s, maar altijd auto’s. Nooit motoren. Nou ja, behalve dan die keer dat ik de BMW R1100RS van een vriend meenam op mijn achttiende verjaardag. Het zou hypothetisch kunnen dat ik op dat moment nog geen rijbewijs had.

Doodsverachting

Maar ik dwaal af. Wat ik wilde zeggen: dat ik weinig ervaring heb binnen de motorwereld, betekent niet dat ik er niets bij voel. Integendeel. Ik heb een zwak voor oude Indians en Harley-Davidsons en ik heb groot ontzag voor de doodsverachting waarmee ’s werelds beste rijders hun machines door bochten gooien. Jack Scrivener is zo’n man.

Meekijken vanaf de motor van Jack? Check dan de video

Ik ontmoette Jack vorig jaar op het parkeerterrein van het TT Circuit, waar hij met zijn vrouw en een busje vol klassieke racemotoren was neergestreken voor de 39e Internationale Ducati Clubraces. Niet gehinderd door enige kennis van de klassieke racerij vroeg ik hem naar de Ducatirode fiets die hij aan het prepareren was.

Ducati

Dat ik zijn racer aanzag voor een Ducati werd me overigens snel vergeven. Jack rijdt een Aermacchi Ala d’Oro uit 1968, wat zo’n ongenadig mooie naam is, dat je wat mij betreft je tegenstanders al bij voorbaat op een onoverbrugbare achterstand zet.

Het Italiaanse merk spreekt sowieso tot de verbeelding. In de fabriek van Aermacchi werden in eerste instantie helemaal geen motoren gebouwd, maar vliegtuigen – die al snel furore maakten als bommenwerper tijdens de Eerste Wereldoorlog. En dat bommenwerpen bedoel ik letterlijk: in de eerste militaire vliegtuigen van Aeronautica Macchi zat iemand met de hand explosieven uit het vliegtuig te gooien.

“En dat bommenwerpen bedoel ik letterlijk”

Eind jaren ’50 waren de lichtgewicht tweewielers van Aermacchi zo populair geworden onder amateurracers, dat Harley-Davidson een belang van 50% nam in het bedrijf (dat je vanaf dat moment terugziet in het tanklogo). De Ala d’Oro, oftewel Gouden Vleugel, werd speciaal ontwikkeld voor deelname aan verschillende kampioenschappen door heel Europa.

Wat dat betreft houdt Jack de traditie op meerdere manieren levend. Tijdens het raceseizoen reist hij met een bus en caravan van circuit naar circuit, om daar deel te nemen aan races voor klassieke motoren. Als ik hem vraag of ze het een beetje rustig aan doen tijdens die evenementen kijkt hij me lachend aan. Het tegendeel is waar. Deze gepensioneerde snelheidsduivel tikt op het rechte stuk richting de Haarbocht rustig de 200 km/h aan. Op een motor van vijftig jaar oud!

Beetje overdreven?

Ik ging er eerlijk gezegd vanuit dat hij die snelheid flink naar boven had afgerond, net zoals ik dat zelf zou doen (en alle andere petrolheads met mij) en met die gedachte liet ik Jack achter met zijn beeldschone Aermacchi. Totdat ik deze week de foto’s van onze mooie ontmoeting tegenkwam en ineens de neiging voelde om hem in actie te zien.

Maar ik had eigenlijk geen idee of hij dit seizoen überhaupt nog op de motor zou stappen. Hij is tenslotte de jongste niet meer en ik weet uit ervaring dat oude motoren er ook regelmatig mee ophouden. Een online zoekopdracht bracht verlossing: Jack heeft een YouTube-kanaal!

Daarop vond ik niet alleen een video van zijn werkplaats, waaruit blijkt dat hij zijn beide Aeromacchi’s deze winter helemaal uit elkaar heeft gehad, maar zie je hem bovendien – door de ogen van zijn dashcam – in actie tijdens de eerste races van British Historic Racing op Mallory Park en op het TT Circuit en de Ducati Clubraces op Assen.

Of hij die 200 km/h heeft overdreven? Geen sprake van. Jack Scrivener is een bommenwerper op wielen.