BIKES | Chris’ Killer Harleys zijn tijdloze race-legendes

Waarschijnlijk denk je bij Harley-Davidson vooral aan het brute geluid. Terecht wat mij betreft; ik krijg daar nog altijd kippenvel van. Minder waarschijnlijk is het dat je bij het horen van de naam denkt aan motorracen. En toch is dat precies waar het merk groot mee werd in het Amerika van de jaren ’20. Een tijd die bolstaat van de heroïsche races op ruige circuits en houten ovals, uitgevochten op ongepolijste moordmachines…

Niels’ Garage vriend en onvolprezen fotograaf Christopher Wilson dook met zijn camera diep in de (race-)geschiedenis van Harley-Davidson. Hij kwam terecht bij Wheels Through Time in North Carolina waar hij een collectie enorm ruige originele Harley-racers aantrof. Ongerestaureerd, ongepolijst en vol battlescars. Hij schoot er deze waanzinnige platen.

Boardtrack

Het begon in de jaren 20 allemaal met de zogenaamde boardtrack racers. De sport wordt ook wel beschouwd als de meest dodelijk vorm van racen in de geschiedenis van de motorsport. Kijkend naar de motorfietsen begrijp je al gauw hoe dat komt. Op een olielekkende machine zonder remmen met ruim 120 km/u over een houten baan sturen, vereist ballen van staal. Zonder beschermende kleding raasden de mannen stuur aan stuur in het rond. Het was dan ook heel gewoon dat niet alle coureurs (en bezoekers!) het einde van de dag haalden. Niet voor niets werden de zogenaamde “motordromes” waar deze races georganiseerd werden in de volksmond “murderdromes” genoemd.

Geen remmen, geen uitlaat, geen comfort, wél olielekkage…

Ondanks, of misschien wel juist vanwege het grote gevaar van de sport was het begin 20e eeuw een van de meest bekeken sporten in Amerika. De prijzengelden waren torenhoog, wat erin resulteerde dat steeds weer mannen bereid waren het risico te nemen.

De reden dat Harley Davidson zich ook met de sport bemoeide was eigenlijk doodsimpel. William Harley en Arthur Davidson waren er heilig van overtuigd dat het winnen van races garant stond voor hoge verkoopcijfers. Het gezegde “Win on Sunday, Sell on Monday” was de brandstof om toch vooral te blijven racen.

Hillclimbing

Eind jaren ’20 begon er een nieuwe en vooral minder dodelijke sport aan populariteit te winnen. We hebben het dan over de “hillclimbs”. De uitdaging was om met je motorfiets zo ver mogelijk tegen een steile berg op te rijden. In praktijk haalde vrijwel niemand de top en mocht degene die het hoogst kwam zich winnaar noemen.

“Meer gewicht om niet achterover te slaan”

Mocht de onfortuinlijke situatie zich voordoen dat meerdere coureurs de top haalden, dan werd degene die hem het snelst behaalde tot winnaar uitgeroepen. Evengoed moest je over een gezonde dosis lef beschikken, maar het aantal doden bij deze wedstrijden was nihil. De sport vereiste wel compleet andere eisen van de motorfietsen. Naast een flinke dosis power, werden de machines langer en kregen ze meer gewicht op de voorkant om niet achterover te slaan. Ook werden de achterbanden voorzien van kettingen voor extra grip.

Flattrack

Later verlegde Harley-Davidson de focus naar het rondjesrijden op flattracks. Motoren waarin je al meer van de hedendaagse Harley’s terugziet. Woeste machines met veel vermogen die snelheden haalden ten noorden van 100 mp/h (160 km/h). In de basis waren dit de motoren die de basis vormden voor de machines waarop de geallieerden ons land kwamen bevrijden in ’45.

Fotografie: christopherwilsonphotography.com