COLUMN | Scheefrijders, schaam je

Scheefhuurders, die ken je natuurlijk. Dat zijn die vrienden die na hun medicijnenstudie (hij is orthopeed, zij uroloog) gewoon op de Grote Markt in Groningen zijn blijven wonen in een brak appartement van 45 m2. Ze betalen een huurprijs die voor het laatst geïndexeerd is toen mobiele telefoons nog de grootte van een lunchtrommel hadden en sparen ondertussen ongegeneerd voor… tja waarvoor eigenlijk?

Wel kunnen, niet willen

Met scheefrijders is iets anders aan de hand. Ik ga hier niet betogen dat je in een auto moet rijden die qua aanschafprijs past bij je inkomen (sterker nog, als ik rekening zou houden met mijn financiële situatie reed ik nu Dacia). Nee, het gaat bij scheefrijders om iets anders: ze zijn vergeten na te denken over de auto die bij hen past. En ja, dat heeft ook wel wat met geld te maken – je gaat met je gezin ook niet in een tent wonen als je genoeg budget hebt voor een vrijstaande villa – maar het is vooral een kwestie van niet willen.

Kinderzitjes

Vrienden van me waren het hierover grondig met me oneens. Goede banen, mooi huis in het Westen, twee toffe kereltjes achterin hun Peugeot 206 SW. Sorry wát?! Ja, precies, zo reageerde ik ook toen ze aan kwamen rijden tijdens een jaarlijks weekend met vrienden. Kijk dat ze die 206 reden toen we allemaal nog kinderloos waren, is natuurlijk prima. Ik heb mijn beste vakanties in Frankrijk beleefd in een 206 (Quicksilver, aluminium pedalen en schakelpook, heerlijke hot hatch was dat), maar dat is natuurlijk geen reden om er twee kinderzitjes later nog steeds mee rond te rijden. Het heeft me drie weekends gekost om ze in een XC90 te praten.

Type R

Ander voorbeeld. Een studievriend van me is directeur van een middelgroot bedrijf én gek van elektrisch rijden. Nu heeft de firma Tesla daar de ideale oplossing voor in de vorm van de Tesla Model S, maar nee hoor: hij rijdt een Honda Civic Hybrid; een met accu uitgeruste compacte middenklasser die qua dufheid alleen de Toyota Prius voor moet laten. Het ergste is trouwens dat hij het ook gewoon weet: iedere keer dat we elkaar zien verontschuldigt hij zich voor z’n stroomvreter. (eerlijk is eerlijk: als ík per jaar €137,40 aan auto-onderhoud zou besteden, zou ik waarschijnlijk ook morgen overstappen op een Japanse hybride.) Ik probeer het nu met hem op een akkoordje te gooien: hij mag Honda Civic blijven rijden, maar dan wel van het Type R…

Uber-generatie

De vergelijking met scheefhuurders is overigens niet helemaal willekeurig: net als op de woningmarkt zou het voor beginners op de automarkt goed nieuws zijn als door de wol geverfde autobezitters hun seniore vierwielers beschikbaar zouden stellen aan een volgende generatie. Sterker nog, het is waarschijnlijk de enige manier om ervoor te zorgen dat we die Uber-bellers een beetje aan het rijden krijgen. Zo’n Peugeot 206 SW uit 2003 hoort tenslotte niet thuis in ’t Gooi, maar op een Franse camping naast de tent van Mark en Lisa, die als ze nog even oefenen over een paar jaar ook een kinderzitje achterin kunnen monteren.