RACING | Group B Tijdcapsule: Toyota Celica Twincam Turbo

Ik was nog niet eerder in de nabijheid van een Group B rallyauto geweest, laat staan een racewinnaar, maar daar stond ik plotseling; naast een Toyota Celica Twincam Turbo uit 1983 in een bijna leeg Louwman Museum in Den Haag, waar ik was uitgenodigd voor een private viewing na sluitingstijd. Om me heen stond zo’n beetje alles van de eerste paardenkoetsen met een motor op de voorwielen, tot iconische winnaars van Le Mans.

Bonds Aston Martin DB5

Wat de collectie van Louwman in mijn ogen echt bijzonder maakt, zijn de verhalen achter de auto’s. Winston Churchills 4.0 liter Humber Pullman staat er, net als Generaal Montgomery’s Sunbeam S7 motorfiets en James Bonds Aston Martin DB5. Eerlijk is eerlijk: dit zijn natuurlijk de usual suspects en hun verhalen worden levend gehouden door velen. Waar mijn verbeelding pas echt door geprikkeld wordt, zijn de avonturen van minder bekende coureurs.

Gek genoeg ben ik nooit een groot rallyfan geweest en tot een paar jaar geleden had ik nog nooit gehoord van beroemde kampioenen als Carlos Sainz en Walter Röhrl, dus ik weet niet precies waarom ik tussen al die bijzondere auto’s ineens bleef stilstaan bij de Toyota Celica Twincam Turbo GT-TS van de Zweedse coureur Björn Waldegård.

“Sorry meneer Louwman, ik zal me de volgende keer beter gedragen”

Misschien komt het door de specials over iconische kanonnen die ik de afgelopen jaren op het YouTube-kanaal van Petrolicious voorbij zag komen, of door het enthousiasme waarmee Richard Hammond over de rallyhistorie vertelde toen we samen in een Bugatti zaten te wachten aan de voet van een hillclimb (dat is weer een ander verhaal); het enige wat ik weet is dat ik dichterbij die Celica wilde komen. Nog veel dichter dan mogelijk is als je netjes achter het touw blijft dat de auto’s scheidt van de bezoekers. Je begrijpt dat ik dat dus niet heb gedaan (sorry meneer Louwman, ik zal me de volgende keer beter gedragen).

Ik weet dat het sentimenteel klinkt, maar toen ik mijn hand op de motorkap legde, was het bijna alsof ik de auto door het rode zand van Ivoorkust voelde razen, waar Waldegård zijn grootste successen in het World Rally Championship behaalde. Dat was in die tijd overigens niet zonder risico’s; achter de namen van de coureur en zijn navigator prijkt de lettercombinatie A Rh+, oftewel de bloedgroep die van belang is bij een eventuele bloedtransfusie.

Dit was mijn kans…

Ik keek om me heen. Mijn gezelschap was inmiddels doorgelopen naar de Bugatti-tentoonstelling en ik was nu alleen. Dit was mijn kans. Ik besloot dat het geen kwaad kon om heel even mijn hoofd door de opening in het plexiglas-raam te steken, om met eigen ogen te zien vanuit welke stoel Waldegård had zitten werken om zijn Toyota op de juiste koers te houden.

De cockpit zag eruit alsof hij de auto in 1986 had stilgezet, was uitgestapt en er nooit meer naar om had gekeken. Van de met ducttape bij elkaar gebonden handremtunnel – een hendel die hij duizenden keren moet hebben aangetrokken – tot de versleten vijfpuntsgordel; alles zag eruit zoals je je dat voorstelt bij een rallyauto die jarenlang vol gas over ’s heren zandwegen is gejaagd. En dan was er nog die geur. God ja, die geur.

Ik weet niet precies hoe lang ik daar met mijn hoofd in die Toyota Celica heb staan dromen, maar het was lang genoeg om te worden gemist. Mijn vrienden hadden inmiddels de hele collectie gezien en stonden nu in het museumcafé op me te wachten. Ik gaf de Celica een laatste klopje, als eerbetoon aan de in 2014 overleden Waldegård en stapte snel over het touw. Pas toen ik begon te lopen zag ik de medewerker die vlakbij een auto stond te poetsen. Aan de manier waarop hij naar me lachte, zag ik dat hij alles had gezien.